Vanwaar die stilstand bij de retropers?

Ingegeven @ ma 24-03-2014

Het retronieuws van deze website ligt al een half jaar stil. Niet vanwege luiheid of beroerdheid van redactie en/of medewerkers (beide belichaamd in schrijver dezes) maar vanwege een gebrek aan nieuws. Zo zijn er geen of weinig nieuwe perspectieven in het vooruitgangsdenken of in de meningsvorming over een Verhaal daaromtrent. Geen ideeën die iets hebben toe te voegen aan de rijke toestroom die we de afgelopen jaren hebben gekend. Richting het lokale, richting de verhalen, richting onderwijs en richting moraal en kunst. Jawel, daar zijn natuurlijk de verschuivingen in politieke aandacht richting lokaal bestuur, maar van enig cultureel of moreel belang wordt nauwelijks gerept. Integendeel, de media staan stijf van de aandacht voor het alles onttronende pecunianisme, nu eens betreffende inkomensverdeling en bezuinigingen, dan weer een nieuw project dat op aloude voet van de vooruitgang voortdendert zonder om te kijken, of dat vooruit kijkt zonder visie, zoals de bestuurder van ons land dat onlangs zelf kernachtig heeft verwoord.

Zo bleven de opiniebijlagen van de NRC, in het verleden steevast trouwhartig steun en toeverlaat bij mijn zoektocht naar ideeën, bij gebrek aan nieuwe informatie week in week uit zo goed als ongelezen, en zo heb ik mijn abonnement op het tijdschrift 360 inmiddels alweer opgezegd. Instellingen als Nexus, Spui25 en De Balie stelden intussen eveneens teleur. Al met al is het geen Nederlandse crisis der ideeën maar een westerse, een mondiale. Men weet niet alleen niet meer hoe het nog verder moet, men lijkt ook te zijn uitgeput in het voeren van debat en het bieden van een samenhangend beeld. Alle hoop lijkt zich nu te vestigen op de communicatietechnologieën en robotica van Silicon Valley, zodat iemand als Evgeny Morozov als enig retro-geïnteresseerde (zie mijn vorige bijdrage) in alle media naar zijn mening wordt gevraagd.

We wachten de ontwikkelingen af, laat ik het maar zo zeggen. Intussen verheugen we ons met de lichtpuntjes die er zijn zo nu en dan. Zoals de kwaliteit van de artikelen in De Groene Amsterdammer en de website van De Correspondent onder leiding van Rob Wijnberg. En hun vasthoudende elan van het naar nieuwe inzichten te zoeken en die zo nu en dan te vinden. Of een boekbespreking in de al genoemde NRC van 7-03-14, waarbij door Marianne Vermeijden in positieve zin geschreven wordt over een boek met foto’s van ‘verdwijnende volken’, zonder het paternalistische gelul dat we gewend zijn over beklemmende tradities en afkeurenswaardige wreedheden. Alleen vond de redacteur van dienst het wel zo opportuun om in de koppen bij het artikel vooral stil te staan bij de opgeworpen minpuntjes en vraagtekens (‘Vergeven en vergeten is hier een misdaad’, ‘Zijn ‘nobele wilden’ echt gevrijwaard van jaloezie, egoïsme en agressie?’), waardoor deze ‘nobele wilden’ alsnog hun plekje op onze schaal van aanvaardbaarheid in konden nemen.

En tenslotte is daar te noemen het zojuist afgeronde Made in Europe project van Pieter Steinz. Op zijn website heb ik hem herhaaldelijk geprezen om zijn artikelen maar ook gelaakt over zijn neerbuigendheid over het ‘Aalster carnaval’. In zijn ogen een ‘nationale’ cultus die hoognodig over grenzen moet gaan kijken. Een neerbuigendheid die, juist door de quasi onopvallendheid maar intussen alomtegenwoordigheid ervan, het scanderend Wildersvolk wind in de zeilen geeft voor een nieuwe opleving van oude narigheid. Ik viel fel uit hierover op de Made in Europe website, ook al eerder omdat ik Pieter Steinz gebrek aan moed verweet om canonieke keuzes te maken voor een publiek dat zich, anders dan de lezers van de NRC, mogelijk zou willen laten bijspijkeren. Misschien heeft hij die felheid niet verdiend, maar Abba en Ikea naast Shakespeare en Homerus zetten, dat hebben de twee eerstgenoemden evenmin verdiend. Het kaartje van Europa met een route langs de plekken waar de grote Europese verhalen zijn ontstaan, dat maakt het project wat mij betreft wel weer okay.