In kunst van pindakaas en diamanten komt alles samen

Ingegeven @ zo 16-01-2011. In: Verhaal & Kunst

Een plak pindakaas op de vloer, een kinderschedeltje beplakt met diamanten. Het monotheïsme van het Zelf is weer eens in het nieuws. Met steeds nieuwe statements van onaangetaste actualiteit drijft de avant-garde van de individuele vrijheid de spot met gedeelde waarden. Het credo is onthechting, onverstaanbaarheid, onafscheidelijk van zijn afwijzing van de gewoonte. In elke vezel van de pindakaas, elke diamant mag het er niet toe doen hoe en waar we leven, mits het kunstwerk luistert naar dat Ene, Authentieke Zelf.

Kunst is voorhoede en speerpunt van het denken, elitair (en terecht hoog aangeschreven, dat moet zo blijven, maar als het even kan gekanteld naar het sociale) visitekaartje van het Westen. Haar signalen dragen ver en dringen door tot in de achterhoede van het alledaagse. Pindakaas en diamanten zijn ambassadeurs van een mondiaal bedoelde Zelfreligie, trouw aan de authenticiteit van het absurde.

En de politiek maar dweilen met de kraan open, terwijl minachting voor de gewoonte en het plaatsgebonden eigene ons in ons denken domineert. Een plak pindakaas, een schedeltje beplakt met diamanten gaan de wereld over, schaterlachend over het eeuwenoude Afrikaanse dansje voor de toerist. Tot de schaterlach verstomt, zijn gif wat uitgewerkt raakt en, op marmerwitte wangen van het eeuwige de kleur terugkeert.

Ik ben altijd gefascineerd geweest door moderne kunst an sich. Tot ik mijn ongenoegen ging begrijpen over het typerend voor het Westen zijnde en van het monotheïsme afgeleide gebaar van minachting tegenover navolging en imitatie, het cultureel gebonden eigene. En hoe die minachting zit ingebakken in moderne denkpatronen en “concepten”. Funest en dodelijk voor sociaal verkeer en onderling begrip. Dat dansje voor de toerist doet het wat dat betreft nog beter: dat toont patronen die universeler zijn dan een plak pindakaas. Ook al pretendeert die laatste daar in zijn abstracte universalisme bovenuit te stijgen.