Het allerlaatste retronieuws: de literaire canon wordt met hand en tand verdedigd

Ingegeven @ do 28-01-2016

Christiaan Weijts kan op zijn lip gaan bijten. Zijn aanval in de NRC op de literaire canon (omdat die niet leuk is voor de leerlingen, dus “fuck”, dus afschaffen die hap) kreeg namens onderwijzend Nederland alle hoeken van ons land te zien. Zo’n lijst kan tegenzin genereren, ja dat kan hij. Maar daar valt in veel gevallen best wat aan te doen. En uit welke wijsheid haalt Weijts de titels trouwens die hij noemt? Dus wel eerst zelf alles gelezen hebbende, dat nieuwe generaties onthouden willen? Aldus de protesterende neerlandici en (ex-)studenten, schouder aan schouder in hun verdediging. Ook van de oude titels.

Wat een omslag in het denken, dit alles, onbeschrijfelijk! Tien jaar geleden was dit ondenkbaar. In een hoofdredactioneel commentaar werd Weijts zelfs toegebeten dat niet de Max Havelaar de “onverteerbare baksteen” was zoals hij het gesteld had, maar hijzelf: “in de spreekwoordelijke vijver.” En dan komt het: het gaat er bij de canon om “het overeind houden van voldoende cultureel, historisch en literair geheugen in de samenleving. Daarom is het lezen van literatuur, juist ook uit oudere perioden, cruciaal. [Ik herhaal: “cruciaal”, het staat er echt!] Zeker in een tijdperk, zoals het huidige, waar mensen door snelle maatschappelijke veranderingen zoeken naar identiteit [nogmaals: je leest het goed!] en zingeving.” Was hier Bas Heijne aan het woord? Had men mijn Clio’s kerstening er even over opgeslagen? Of staat het licht-van-links inmiddels al zo lang op groen dat we door een dood punt gekomen zijn met die ridicule, irreële en bespottelijke aantijgingen tegen het behoud van ons belangrijkste (én pedagogische) cultuurgoed? Ik vermoed het laatste.

Zelf had ik een ingezonden brief (geplaatst, zij het gehavend) geschreven over het toch wel pijnlijke zwaktebod van deze romanschrijver. Zijn eigenste professie heeft er immers toe bijgedragen dat het literaire bloeitijdperk, zoals in de tijd van Shakespeare, ten einde is gekomen, wegens de door de romantiek, met haar individualistische l’art pour l’art, in verval geraakte canon. (Dat het daarbij vooral ook ging om het ideaal van zelfontplooiing had de redacteur eruit geknipt.) Het wordt hoog tijd voor een hernieuwde presentatie van mijn boek!