Her-addiction met een bloemkoolstronkje*

Ingegeven @ wo 07-05-2014

*Geplaatst in reactie op de column Praat eens met een robot door Ernst-Jan Pfauth op 30-4-14 op de website van De Correspondent

Bovenstaand advies opvolgend ben ik naar de film Her gaan kijken. De zaal zat proppievol. Met voornamelijk jonge mensen. Ligt het daar het verschil misschien aan dat ik, als zestiger, mijn buik er al vol van had nog voor het midden van de film, terwijl het publiek om mij heen in gewijde stilte zat te luisteren? Ik kreeg zelfs braakneigingen, serieus. De weerzin van te moeten kijken (ik dorst niet de mensen naast mij op te laten staan om weg te kunnen gaan; bovendien, welke wendingen had de scenarist nog voor mij nog in petto?) naar iemand die overduidelijk een verslaving binnenglijdt van elk moment een bloemkoolstronkje in zijn oor te moeten duwen om daaruit het zoetgevooisde zelfbevestigende stemgeluid van Scarlett Johanson te kunnen horen.

Dat alles in de context van een meest slaafse toewijding aan techniek die ik ooit onder ogen heb gehad. (Oudere jongere Jan Kuitenbrouwer vergeleek het zelfhulpapparaatje-met-meedenkstem met een sekspop, ligt op dezelfde lijn van geestelijke aftakeling en meelijwekkendheid.) Zonder door natuur, verleden of oprechte interesse in een ander te worden gestoord speelt het leven van de hoofdpersoon zich af in een timeless time en een space of flows, waarin elk woord, elke blik en elk voorwerp (tot en met het uitzicht uit elk willekeurig raam) is voorverpakt in plastic. Geen protestgeluid, in de zaal noch in de film, wordt hoorbaar tegen dit schijnbaar even verrukkelijke als onvermijdelijke “lot”. Des te vaker vloeien er tranen en is er het voorverpakte “sorry” – niemand begrijpt meer wat een ander nou eigenlijk bedoelt, dus conflict na conflict, ja, raad je de koekoek! – dat als deleteknop en laatste redding in vrijwel elke communicatie dienst doet.

We naderen een existentiële uitdaging met deze soort ontwikkelingen. Dat voel ik wel. Het pioniersgevoel van Ernst-Jan Pfauth, het Alexander Klöpping-enthousiasme, de hieronder te vernemen onvermijdelijkheid. Het getuigt van een vooruitgangsideaal waar het neofundamentalisme nog maar bleekjes bij afsteekt. Een Her-addiction krijg je aangepraat alsof zij de verlossing zelve is. Nou begrijp ik ook wel dat zowel Pfauth als Her de stijlfiguur toepassen van de waarschuwende ironie, maar dat doet de reclame van even Apeldoorn bellen ook. Met het achterliggende effect dat de ironie het des te makkelijker maakt om toe te happen.

Mag ik jullie, om de pretsensatie wat te smoren, de tekst voorhouden die oudere jongere Maxim Februari voor zijn Kousbroeklezing heeft geschreven: “Alfa: Auto’s, bèta’s en technologiekritiek”? “De noodzaak van een alfavisie op de techniek is dringend. Er is in onze tijd geen enkel ander onderwerp zo urgent.” Volgens Februari (en mij) lijden we collectief aan een naïeve technoafhankelijkheid. Terwijl technologiekritiek bloot staat aan hoon en de criticus in de angst leeft te worden aangezien voor “een zweverig leeghoofd of een paranoïde Neanderthaler”. “Het gruwelijke effect van deze schroom is dat de technologiekritiek in onze tijd ver achterblijft bij de technologische ontwikkeling.” Waarvan acte. Februari ziet net als ik niet de technologie als zodanig als het probleem, maar de verheerlijking ervan. En dat gillend gek worden als het bloemkoolstronkje in je oor ineens geen antwoord geeft. Gek dat zo iemand niks met natuur, verleden of sociaal contact meer heeft? Nou nee, niet echt.

[In de vorm van een reactie voegde ik een eigen “sorry” aan het stukje toe met betrekking tot dat vooruitgangsideaal van Pfauth en Klöpping. Mijn vijandschap betreft niet hen maar de bespotting van het oude en de traagheid.]

Commentaar:
op 17-5-2014 10:31:34, Guido Everts zei
In een reactie op dit stukje schreef Maxim Februari mij dat volgens hem de mening van jonge mensen aan het bijdraaien was. “Nu moet ik er meteen bij zeggen dat vooral jongeren kritisch worden op de digitale wereld: zij zijn ermee en erin opgevoed, en zijn dus minder onder de indruk dan de veertigers. Zo zie je Alexander Klöpping ook steeds behoedzamer worden.” Waarvan akte.